Onlangs heeft de Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EEMCS) van de Universiteit Twente officieel haar nieuwe IoT CyberLab geopend. Deze nieuwe faciliteit, gevestigd in het Zilverling-gebouw, is ontworpen om onderzoek, onderwijs en training te ondersteunen en maakt deel uit van het INTERSECT-project binnen de INTERSECT Federated Lab.
De opening vond al in december plaats en werd verricht door prof.dr.ir. Boudewijn Haverkort, decaan van de faculteit EEMCS. Hij beschreef daarbij het lab als "een fantastische plek waar creativiteit kan bloeien" en benadrukte hij het belang ervan voor onderzoek en onderwijs op het gebied van cybersecurity en IoT. Het lab biedt een innovatieve infrastructuur voor zowel onderzoekers als studenten, met toepassingen die variëren van gegevensverzameling tot beveiligingsanalyses en testen.
Onderzoek, onderwijs en praktijk
Het IoT Cyberlab is opgericht met drie primaire doelstellingen: het ondersteunen van onderzoek, het versterken van onderwijs en het creëren van een trainingsomgeving. Het onderzoek in het lab richt zich op de beveiliging en privacy van IoT-systemen, intrusiedetectie en -respons, firmware-analyse en grootschalige kwetsbaarheidsdetectie. Door gegevens te verzamelen in een realistische omgeving kunnen onderzoekers praktische inzichten krijgen in de functionaliteit en kwetsbaarheden van IoT-apparaten.
Voor studenten biedt het lab een praktijkgerichte leeromgeving. Het is geïntegreerd in verschillende masterprogramma's en dient als locatie voor scriptieonderzoek en andere opdrachten. Daarnaast gebruikt de Twente Hacking Squad (THS) het lab als trainingsgebied om hun vaardigheden in een gecontroleerde omgeving te ontwikkelen en te testen. Tijdens de opening demonstreerden ze bijvoorbeeld hoe een slimme stekker die via wifi was verbonden, kan worden gehackt om apparaten zonder toestemming te besturen. Ze wezen op het kritieke karakter van dergelijke kwetsbaarheden, met name wanneer slimme apparaten worden ingezet binnen kritische infrastructuren.
Het IoT Cyberlab werkt samen met nationale en internationale partners. Deze samenwerkingen maken het lab niet alleen een onderzoekscentrum, maar ook een plek voor kennisdeling met industriële belanghebbenden. Voor bedrijven fungeert het lab als een bron van gegevensverzameling en een testterrein voor het ontwikkelen van beveiligingsstrategieën.
De technische infrastructuur van het lab omvat meer dan veertig IoT-apparaten, waaronder wifi-, BLE- en Zigbee-apparaten, zoals gedetailleerd door onderzoekers Andrea Continella en Roland van Rijswijk-Deij, samen met labmanager Max Pijnappel. Het lab verzamelt dagelijks ongeveer 10 GB aan netwerkverkeer, dat wordt gebruikt voor onderzoek naar bedreigingen en beveiligingsoplossingen.